Europa herbergt een mix van nationale, regionale en lokale culturen.

Vanaf het moment dat we bij Wuustwezel of Gronau de grens oversteken is het meteen klip en klaar: we zijn in een ander land. De infrastructuur, de huizen, de sfeer, alles ademt een andere mentaliteit en aanpak. En iedere regio en gemeente heeft weer zijn eigen unieke identiteit. Dat maakt Europa bijzonder en verrassend, maar ook lastig te besturen of te managen.

Ondanks de interne markt in Europa hebben bedrijven nog steeds te maken met een grote diversiteit in lokale werkwijzen en voorkeuren. Zet een Griek, een Duitser, een Brit en een Fransman aan een vergadertafel en de kans is groot dat er een Babylonische spraakverwarring ontstaat.

Nederlandse exporteurs zijn voornamelijk actief in een cirkel van 500 km rondom Nederland. Duitsland, België en de UK zijn daarmee onze voornaamste exportmarkten. Daarna komen Frankrijk, Spanje, Italië, Scandinavië en Polen in beeld.

Nederlanders hebben zo hun eigen wijze van omgaan met Europese collega’s en klanten. Gelet op het feit dat meer dan 70% van de NL export binnen Europa blijft, doen zij het heel goed. Toch zijn er nog heel wat culturele blinde vlekken voor de gemiddelde Nederlander. Een tour d’horizon langs enkele belangrijke exportmarkten laat de volgende valkuilen zien:

  1. Het VK: politieke correctheid

De vermaarde Britse humor is niet van toepassing op de werkvloer. Het delen van pittige grappen in de vorm van youtube filmpjes of afbeeldingen waarin seks, geslacht of etniciteit niet uit de weg worden gegaan, worden in een professionele omgeving als zeer politiek incorrect gezien en kunnen leiden tot ontslag of zelfs gerechtelijke stappen.

  1. Duitsland: formaliteit

Nederlanders zijn behoorlijk informeel in hun gedrag in vergelijking met de meeste andere Europeanen. Meer gevoel voor verhoudingen, autoriteit en etiquette zou helpen. Ook al zijn jongere Duisters tegenwoordig sneller aan het “Dutzen”, in veel bedrijven geldt dat “Sie” en Herr und Frau Direktor” nog steeds belangrijke aanspreekvormen zijn. Verder moet alles tot in de puntjes voorbereid en onderbouwd zijn. Dus niet van ‘dat zoeken we nog even op’.

  1. Frankrijk: food for thought

Wij Nederlanders werken graag goed door en nemen een korte, broodjeslunch zodat we op tijd naar huis kunnen voor andere activiteiten. Voor Fransen is de lunch juist een ideaal moment om met collega’s of klanten van gedachten te wisselen en ook na werktijd worden goede zaken gedaan. En er flink op los filosoferen en debatteren is daar een vast onderdeel van.

  1. Italië: la Bella Figura

Dit betekent zoveel als goede smaak hebben en elegantie betrachten in intermenselijk verkeer. Vorm en uiterlijkheden leveren meer krediet op dan inhoud. Voor Italianen draait het om correcte en elegante kleding, complimenten uitdelen en geen ongeduld tonen. Het is daarom effectiever om marges in te bouwen zoals het vervroegen van de uiterste levertijd.

  1. België: op eigen erf

In België (evenals in Duitsland en Frankrijk) is het schudden van handen bij binnenkomst en weggaan standaard, ook bij collega’s en dagelijkse ontmoetingen. Belgen houden niet van de transparantie van open deuren en kantoortuinen, maar prefereren separate kamers waar je netjes aan de deur aanklopt, alvorens naar binnen te gaan.

  1. Zweden: balans en orde

Mails of telefoontjes na vier uur worden pas de volgende dag beantwoordt. Veel Zweden gaan om vier uur huiswaarts voor het behouden van een goede werkprivé balans. Daarnaast houden Zweden van heldere processen en afspraken. Vergelijk het met een bezoek aan Ikea. Maar wij Nederlanders bepalen daar natuurlijk weer liever zelf de looproute…

  1. Spanje: eer en loyaliteit

Het Spaanse hart gaat sneller kloppen van trouw en eerzaamheid. Steun geven in zakelijke en persoonlijke voor- en tegenspoed wordt beloond. Maar wel vanuit een positie van kracht en de moed van een matador. Een Spaans contact zal gevoelig zijn voor een beroep op eer en het tonen van compassie.

  1. Polen: respect voor inzet

Vanuit een Nederlands perspectief is het ‘not done’ om instructies te geven en wordt een eigen invulling van de taak verwacht. Maar een te vriendelijk gesteld verzoek kan worden opgevat als een teken van onzekerheid. Een Pool geeft de voorkeur aan duidelijke aanwijzingen maar met respect voor zijn inzet (beroepseer). Ook de prijs van een dienst of product moet worden gerespecteerd; afdingen is in Polen beledigend.

Tenslotte:

Een goed Frans gezegde luidt” “C’est le ton qui fait la musique”. Door de juiste toon en aanpak te hanteren komt er nog meer muziek uit de samenwerking met Europese collega’s en klanten. Zo bezien is de diversiteit van Europa een zegen.

Dit artikel is gepubliceerd in Evofenedex Magazine, oktober 2017.

labels: ,