Meer cultureel begrip is nodig om de Britten bij de Europese les te houden.

David Cameron heeft de knuppel in het hoenderhok gegooid en, onbedoeld, de gelederen in de EU weer gesloten. Alle regeringsleiders vallen over hem heen en betichten hem ervan wel de lusten maar niet de lasten van het EU lidmaatschap  te willen. Eindelijk weer eens eensgezindheid in de tent.

Het effect van deze reacties is echter, waarschijnlijk ook onbedoeld, dat de Britten zich nog verder isoleren van het Europese vasteland. Premier Cameron gaf in zijn speech zelf al aan dat dit in de kern de Britse natuur raakt. “it’s true that our geography has shaped our psychology. We have the character of an island”. Om eraan toe te voegen: “We can no more change this British sensibility than we can drain the English Channel.”

En toch raakt David Cameron hier een belangrijk punt. Europa is een gemeenschap van vele regionale identiteiten en daarin laat cultuur zich maar mondjesmaat veranderen. Een effectief functionerend Europa respecteert en koestert deze culturele identiteiten in plaats van deze onder een amorfe Europese vlag te laten opgaan. Cameron heeft gelijk met zijn oproep tot meer flexibiliteit in het Europese beleidsinstrumentarium; wat voor de een goed werkt, pakt voor een ander land helemaal niet zo goed uit.

Meer uitvoeringsruimte is daarom gewenst. Ironisch genoeg wordt dit argument ook door de meer relationeel in plaats van rationeel ingestelde Zuid Europeanen aangevoerd om te pleiten voor een minder rigide toepassing van EU begrotingsregels. Het juist door het VK zo gewenste ‘level playing field’ houdt onvoldoende rekening met hun specifieke omstandigheden en wordt daarom door hen als discriminatoir ervaren.

De Britse ‘hang-up’ met zelfbestuur en onafhankelijkheid zegt tegelijkertijd veel over zijn verhouding met het rest van de wereld. Groot-Brittannië is nog steeds niet helemaal bekomen van het ineenstorten van zijn koloniale Gemenebest. Tot 100 jaar geleden bestuurde het VK 25% van het landoppervlak. De Britse bestuursstijl kenmerkt zich door ‘powerplay’; het is eten of gegeten worden. Vanuit die gedachte is een Europees partnerschap onbestaanbaar. Zoals de waard is, vertrouwt hij blijkbaar zijn gasten.

In plaats van visionaire beelden van één Europese entiteit, gaat de Britse voorkeur gaat uit naar het bereiken van meetbare en zichtbare resultaten. Vandaar de nadruk op het vervolmaken van de interne markt. En bij voorkeur in Angelsaksische projecttermen ‘smart’: ‘specific, measurable, attainable, realistic and time-bound’.

Een ander aspect van de Britse cultuur is de neiging om verantwoordelijkheid (en schuld) bij anderen neer te leggen, de zgn. ‘blame game’. Het referendum is een uitgekiende manier om iedere regeringsverantwoordelijkheid uit de weg te gaan. En dat onder het mom van het ultieme democratische instrument.

De valkuil is dat zowel de Britten als het Europese vasteland elkaars culturele allergie versterken. In weerwil van de primaire respons om de Britten dan maar op hun eiland te laten wegdrijven, zouden Europese regeringsleiders hen de hand moeten reiken om  volgende stappen te zetten in het vastgelopen interne markt project. De Zuid Europeanen krijgen er een stukje beleidsruimte voor terug. En juist Nederland kan een natuurlijke brugfunctie vervullen tussen de Brits/Angelsaksische en Europees/continentale wereld.

 

labels: ,